close
Een woord van generaal Winkelman
generaal Henri Winkelman

Een woord van generaal Winkelman

Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven mevrouw en juffrouw Winkelman in de gemeente Nijkerk. De echtgenote en dochter van generaal Henri Winkelman, de opperbevelhebber van land- en zeemacht in de meidagen van 1940, zaten ondergedoken in Nijkerkerveen. Geen wonder dat de generaal na zijn bevrijding uit Duitse krijgsgevangenschap zich zo snel hij kon bij zijn gezin voegde. Het eerste nummer van de Nijkerksche Courant, verschenen op 18 mei 1945, bevat een bijdrage van zijn hand.

Winkelman was al in de nacht van 1 op 2 juli 1940 door de Duitsers gearresteerd vanwege zijn strijdbare houding tegenover de bezetters na de capitulatie drie weken eerder op 10 mei.[1] De rest van de oorlog verbleef hij in Duitse krijgsgevangenschap. Samen met vier andere generaals zat hij gevangen in het kasteel Königstein in Saksen, vlak ten noorden van het huidige Tsjecho-Slowakije. Tijdens zijn krijgsgevangenschap wist Winkelman waar zijn vrouw en dochter verbleven. Hij stuurde hen brieven en af en toe eten. De onderduik was in dit geval blijkbaar niet zo geheim, al wisten maar weinig Nijkerkers ervan. Mevrouw Winkelman en haar dochter waren vanuit hun huis bij Soesterberg – waar het gevaarlijk was bij het militaire vliegveld – op uitnodiging van de familie Aalt van den Pol naar de boerderij Groot Birkenhof vertrokken.[2]

Generaal Winkelman werd door de Russen bevrijd. Volgens Lou de Jong mocht hij pas begin juni uit het kasteel vertrekken, maar dat klopt natuurlijk niet met zijn verhaal in de Nijkerksche Courant op 18 mei. Nee, op 12 mei keerde Winkelman al terug naar Nederland, volgens Winkelmans biograaf.[3] Hij arriveerde al gauw daarna bij zijn gezin in Nijkerkveen. Ten teken van zijn verblijf, wapperde op de boerderij van de familie Van de Pol achteraan de Vrouwenweg in Nijkerkerveen de Nederlandse vlag. Na restauratie van hun huis in Soesterberg, vertrok de generaal met vrouw en dochter bij de Van den Pols.[4]

Als elk ander burger haalde Winkelman na de bevrijding zijn bonkaarten op het stadhuis van Nijkerk, herinnerde onderwijzer en kinderboekenschrijver Pieter de Zeeuw zich later. Op verzoek schreef de generaal een artikeltje in het eerste nummer van de Nijkerksche Courant. Hier onder volgt de tekst van Winkelman:[5]

Een woord van generaal Winkelman

“Toen mij het verzoek bereikte enkele regels voor dit blad te schrijven, heb ik daaraan gaarne gevolg gegeven, in de eerste plaats als hulde voor de voortvarendheid, waarmee de Nijkerker Courant aan het werk toot, om, zoodra maar eenigszins mogelijk, haar lezerskring weer geregeld van nieuws te voorzien en voorts om uiting te geven aan mijn groote vreugde en dankbaarheid, dat ik na een bijna 5-jarige krijgsgevangenschap verder den vrijen vaderlandschen bodem onder mijn voeten mocht voelen. Ik doe zulks niet zonder een eeresaluut te brengen aan hen, die voor het vaderland vielen en ik gedenk ook met grooten weemoed de velen, die tengevolge van de gestrenge, dikwijls onmenschelijke maatregelen en handelingen van den overweldiger het leven hebben moeten laten.
Gode zij dank is aan de tyrannie, die Duitschland blijkens de tallooze redevoeringen en uitspraken van Hitler, Göbbels, Göring e.a. over gansch Europa meende te kunnen uitoefenen, een einde gekomen. Welkeen verschil met 1918! Toen kon Duitschland nog zeggen “militair zijn we niet verslagen, de oorlog is verloren tengevolge van de dolkstoot in den rug dor het vol.” Thans is de militaire nederlaag, ik kan wel zeggen vernietiging, voor een ieder duidelijk. Al was een deel van het Duitsche volk het Hiltler-regiem innerlijk niet toegedaan, eenig verzet van beteekenis is tot het laatst toe onmogelijk gebleven, zoowel uit afweezigheid van leiding en organisatie, als wegens het terrorisme van de verschillende soorten politie, die zich met onbarmhartigheid, keerden tegen elke anti-nationaal-socialistische uiting.

Mogen de overwinnaars er ditmaal in slagen door het vaststellen en ook consequent doorvoeren van doeltreffende maatregelen, een herhaling van Duitsche agressie voor langen tijd onmogelijk te maken.

Voor ons land rest nog de bevrijding van ons gebied in de Pacific. Het is thans aan de Nederlandsche jongelingschap om te toonen, dat zij zich bewust is van de groote beteekenis van ons schoone en rijke Insulinde. Dat de jonge mannen zich in grooten getale aanmelden en gehoor geven aan de roepstem van de Regeering om deel te nemen aan de vrijmaking van dat belangrijke deel van ons Rijk! Aan Japan moet een zal eenzelfde lot ten deel vallen, als thans Duitschland heeft ondergaan.

Nederland is bevrijd, maar nog moeilijker tijden staan ons te wachten, zwaarder wellicht dan in de jaren na 1918. Aan ons is de plicht om te bewijzen, dat de taaie Hollandsche geest van volharding, waarvan de geschiedenis zoo dikwijls getuigde, nog steeds in ons voortleeft. Laten wij, eens van zin, de handen ineeen slaan om ons land spoedig te doen herstellen van de diepe wonden, die het werden toegebracht, daarbij niet uitsluitend denkend aan eigen voordeel, maar in de eerste plaats aan het herstel en den voorspoed van het Vaderland. Dat daarbij vooral geen wraakgevoelens – hoe verklaarbaar op zichzelf ook – onze handelingen beïnvloeden. Laten wij niet eigen rechter spelen, maar het aan de bevoegde macht overlaten om, waar noodige, in te grijpen. In de afgeloopen vijf jaren is reeds té veel ongerechtigheid geschied.

Ik moge besluiten met den wensch, dat met Gods zegen en onder het wijs beleid van onze Koningin en Regeering, voor het vaderland, kan het zijn spoedig, weder een tijdperk van bloei en voorspoed zal aanbreken en bezegel dezen wensch met een
Lang leve ons Vaderland,
Leve de Koningin.”

 

1  L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 8 ‘Gevangenen en getransporteerden’, Eerste helft, 118.

2  W. Klok, Minse kieken III, (Nijkerk, 2008) 20-21

3  L. de Jong, Koninkrijk der Nederlanden, 12 ‘Epiloog’, Eerste helft, 113; Teo van Middelkoop, Generaal H. G. Winkelman. Standvastig strijder, 1876-1952 (2006 Zaltbommel), geciteerd op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Henri_Winkelman. Ook die datum is discutabel omdat De Zeeuw zich herinnerde dat Winkelman al in de laatste week van april 1945 zijn bonkaarten kwam halen op het Nijkerker stadhuis. Zie: P. de Zeeuw e.a., Nijkerk 1940-1945 (Nijkerk, 1995) 147-148.

4  W. Klok, Minse kieken III, 20-21; De Zeeuw, Nijjkerk 1940-1945, 147-148.

Anton van Renssen

Anton van Renssen

De passie voor geschiedenis ontstond in 'de derde', bij meester Smit. Dat was historytelling! De spannende verhalen die hij vertelde speelden we in de pauzes na. De journalistenschool en de geschiedenisstudie waren de opstap naar een bestaan als freelance tekstschrijver en historisch onderzoeker. Al bijna een kwart eeuw lang!

De moord en de erfenis: kloosters rond Nijkerk

Storytelling

Leave a Response